Om een reactie te kunnen plaatsen moet u beschikken over een (Google-)account. Deze is gratis en gemakkelijk zelf aan te maken.

maandag 7 april 2014

Ronde van Vlaanderen (2)

Op één of andere manier beschouwde ik deze cyclo als het moment van de waarheid. De fietsproef van een volledige triatlon telt 180km. De langste afstand die ik tot dan gereden had was 'slechts' 150km en dan nog een week ervoor (Cyclo Ludo Peeters). 245km is niet niks en bovendien werden de serieuze hellingspercentages pas in de tweede helft van het parcours onder de wielen geschoven. Komt daar nog eens de talrijke kasseistroken bij en het zou wel eens een beproeving van het lichaam maar ook van het materiaal kunnen worden.

Was het niet Mandela die zei: "Something seems impossible untill it's done". Onder dit motto zou ik deze memorabele dag aanvatten.

Opgewonden als een klein kind heb ik de nacht ervoor alle uren weten voorbij gaan en was ik al één en al adrenaline nog voor ik een voet uit het bed had gezet.

Gelukkig kon ik mij vervoegen bij Kris en Mirco van de BrTC. Bij deze twee IronMen voelde ik mij toch meer op mijn gemak dan wanneer ik dit avontuur alleen zou aanvatten. Ik had alleen schrik dat ik hen te veel zou ophouden omdat de hellingen en/of de afstand te zwaar zouden worden. Ik had vorig jaar al een paar van die hellingen gereden, maar nooit zo veel achtereen. Kris en Mirco moesten na de cyclo in Oudenaarde om 19u de bus terug naar Brugge nemen en ik wilde het niet op mijn geweten hebben dat ze die zouden missen. Ik zelf zou door mijn vrouwtje in Oudenaarde afgehaald worden. Zij was er van overtuigd dat ik niet meer in staat was om nog zelfstandig terug thuis te geraken. Ik had mij voor deze cyclo erg laat ingeschreven, en de busplaatsen waren allemaal al bezet.

Om 5 uur (!) 's ochtends spraken we bij de Kris af om te vertrekken. Korte nacht dus. Mirco was ook al present en zo konden we spoedig de fietsen op het rek monteren. Om 5 uur pil vertrokken we richting Brugge maar moesten ons terecht verbazen om al meteen in de file te belanden na het oprijden van de autosnelweg. 'Men' was jerseys aan het plaatsen om later al het verkeer om te kunnen leiden naar hetzelfde wegvak. Het duurde echter niet lang... We kwamen spoedig aan het Jan Breydelstadion aan waar we de wagen konden achter laten. Gelukkig ging ik in het stadion zelf toch eens informeren naar waar ik mijn bagage moest brengen om deze aan de finish (en zelfs halverwege) terug te kunnen oppikken. Anders was ik er mee tot aan de Grote Markt gereden, en daar had ik wel mooi gestaan.

Om 7:21u zijn we op de Grote Markt van Brugge officieel van start gegaan. Tot aan de tweede bevoorrading, op ± 94km, moesten we ons braaf aan de verkeersregels houden en gedwee de fietspaden volgen. Dat had wel als voordeel dat we in peloton de eerste 100km konden voltrekken aan zo'n 30km/u en een gemiddelde hartslag van 125 bpm. Zo veel mogelijk op de kleine plateau vooraan, niet kracht maar souplesse is in de eerste helft van belang. De kunst was om aan het zware werk te beginnen alsof je nog niet gereden had. En m.i. is dat ook mooi gelukt.
Een andere bezorgdheid was er één van voldoende energie op te doen onderweg. Ik wist dat ik zeker zo'n 7.000 kcal zou gaan verbranden, en het kwam er dus op neer om dit met voldoende voeding te compenseren zonder dat het metabolisme er de brui aan zou geven. Carbo-drank ging grotendeels de klus klaren, de rest moest van koeken, bananen, honingwafels en, naar het einde toe, energiegels komen. Mijn ervaring in het marathonlopen kwam hier dus goed van pas...

Eénmaal Oudenaarde en de tweede bevoorrading voorbij werd het dus tijd voor het serieuze werk. De Wolvenberg kregen we als opwarmertje mee, een geasfalteerde helling zoals we die niet meer te zien kregen. Eens deze voorbij zouden we geweten hebben dat de Vlaamse wegen kennelijk alleen maar met kasseien zijn verhard, toch op de plaatsen waar we ze liever niet zagen. De kasseistroken van de Ruiterstraat en Kerkgate moesten ons al voorbereiden op de beklimming van de Molenberg. De kasseien op deze helling lagen er nog slechter bij dan toen ik er twee jaar geleden naar boven klom. Brede voegen en uitstekende stenen maakte het voor fiets en mens vrij gevaarlijk om heelhuids boven te geraken. Maar het lukte me aardig. Zelfs op de grote plateau zoals ik nadien vaststelde! Na de ellendig lange kasseistrook van de Paddestraat konden we in Velzeke bekomen aan de 3e bevoorrading. Hier kreeg je zowaar weer toegang tot je bagage, die je aan de start had afgegeven. Daar heb ik dan ook gretig gebruik van gemaakt om mij half om te kleden zodat ik verlost was van lange mouwen en broekspijpen en me in een zomerse outfit kon zetten. De zon was al behoorlijk van de partij. Zelfs een laagje zonnecrème mocht niet ontbreken. Ik ruilde mijn bril in voor een zonnebril, wat wel ten koste ging aan wat zichtscherpte, maar het ging nog net. Bovendien kreeg ik nu ook toegang tot mijn boterhammetjes met perensiroop dewelke ik gretig naar binnen speelde. Na een kwartier verlieten we deze comfortzone met het besef dat het nu echt wel menens zou worden. Eerst werden we nog eens dooreengeschud op de Haaghoek om dan vervolgens weer wat kletsen te krijgen op achtereenvolgens de Leberg, de Valkenberg (!), de Boigneberg en de Eikenberg. Ik moest ondertussen toch wel even laten weten dat ik vlotjes mijn persoonlijk lengterecord aan het verbeteren was en voelde me nog in goeden doen bij de 4e bevoorrading op ± 180km.

Naarmate we de aangeboden dranken en spijzen rijkelijk tot ons opnamen groeide het ontzag voor wat er nu zou komen. Het kopstuk van de dag, de hoofdvogel, de verschrikking van de Vlaamse Ardennen lag op nog geen 6km van onze wielen: de Koppenberg. Een koppige strook kasseien met een forse helling van gemiddeld 11,6 % en met een maximum van 22%. Over 600m weliswaar, maar op die moment kunnen die oneindig lang lijken. En de verhalen waren geenszins overdreven. Op een gegeven moment zie je de helling liggen en vraag je je af of het echt wel mogelijk is die op te fietsen. Maar éénmaal de bocht genomen is er geen ontkomen aan. Ik schakelde naar het kleinste verzet waarover ik beschikte en begon met de moed der waanhoop aan deze duivelse beklimming. Ik zou mijn huid duur verkopen. Menig voorganger moest echter in het zand bijten (dat tussen de kasseien) en hinderde daardoor wel de vrije doorgang. Het begon zo steil te worden dat mijn voorwiel naar boven wipte en ik de fiets in bedwang moest houden door naar voor te leunen. Op één of andere manier wist ik de hindernissen te omzeilen en tot mijn grote verbazing bereikte ik zonder kleerscheuren, maar met een hartslag om "u" tegen te zeggen, de kop, euh top.
Jawel, ik ben boven geraakt zonder af te stappen. De verbazing maakte plaats voor enige fierheid. Als ik dat kan, moet ik de rest ook kunnen, goed wetende dat de vermoeidheid wel eens roet in het eten kon gooien. Mirco had minder geluk, hij moest van de pedalen door een falende voorganger. zo'n 5 minuten later was hij ook boven. Maar waar bleef Kris... Na 10 minuten ben ik dan (te voet) toch gaan kijken of hem niets was overkomen. En ja, vastberaden zag ik hem de laatste meters van de helling overbruggen. Hij had er niet beter op gevonden om na zijn stilstand op deze skischans terug naar beneden te bollen en opnieuw te proberen in de hoop dat niemand hem nog zou hinderen. Kost wat tijd natuurlijk, maar het lukte hem ditmaal wel! Van karakter gesproken...

We hadden dus voorlopig het ergste gehad. De volgende hellingen waren ook wel best pittig, maar eigenlijk klein bier in vergelijking met de Koppenberg. Om te beginnen de Steenbeekdries. Niet zozeer de beklimming maar ditmaal de afdaling verraste ons, temeer daar we onderaan de kasseienstrook plots halt moesten houden voor een overweg. Na lang wachten kwam de trein dan toch aangereden maar stopte net voor de overweg. We kregen toestemming om bij gesloten slagbomen toch de overweg over te steken... Allemaal wel zeer bevreemdend. Daarna was het aan de Taaienberg die zijn naam duidelijk niet gestolen heeft. De Kaperij heeft dat dan wel gedaan en hoe lief het woord Kanarieberg ook mag klinken, het liet ons duidelijk een toontje lager zingen. In Ronse stuurde men ons vervolgens de Kruisberg op. Licht hellend zou je zeggen, maar er leek maar geen eind aan te komen, een echte kruisweg dus... En enkele kilometers voor de laatste bevoorrading, op 217km, wist de Karnemelkbeek, het eerste deftige melkzuur uit onze spieren te schudden. Jaja, de spieren begonnen duidelijk te verzuren.

In Kluisbergen kon je zo de vermoeidheid van de gezichten van de deelnemers aflezen. Deze laatste bevoorrading was eigenlijk strategisch goed gekozen. Er lagen ons nog 30km te wachten maar de eerste helft ervan kon echt wel tellen. En daar was iedereen wel van onder de indruk. Eerst de langste hellende kasseistrook van Vlaanderen (2.200m) met zijn angstaanjagende benaming 'Oude Kwaremont' (alsof de 'Nieuwe Kwaremont' nog straffer kon zijn). En als kers op de taart kregen we daar nog de Paterberg onder de wielen geschoven, waar ik in het verleden al een paar keer mijn tanden op kapot heb gebeten. Je zou voor minder pater worden als je die berg opraakte... Nu goed, de Oude Kwaremont was eigenlijk nog een laatste keer 'genieten' van ellendige kasseien. Ik kon mijn achterstand op Mirco en Kris gemakkelijk goed maken omdat de spijsvertering van Mirco zodanig beproefd werd dat hij zijn vlucht moest nemen in een 'Toitoi' (ze hadden het blijkbaar zien aankomen). De afdaling naar de Patersberg deed het besef alleen maar groeien dat we zeker weer omhoog moesten en dat zouden we geweten hebben. Ik schakelde weer naar het kleinste verzet en nam de bocht om voor een laatste keer de kasseien te trotseren. En ja, het ging me eigenlijk goed af. Toch in het begin. Maar dan kreeg ik af te rekenen met een levende hindernis en op het steilste stuk, wanneer mijn voorwiel weer omhoog sprong, maakte ik plots deel uit van het decor. Ik was kennelijk te dicht bij de nadarhekkens aan het rijden en uitwijken naar links bleek dan ook niet zo'n goed idee te zijn. Vloekend trok ik mezelf uit de pedalen. Eerst dacht ik nog terug naar beneden te bollen en, zoals Kris op de Koppenberg, een nieuwe poging te ondernemen, maar het besef dat de bus aan het wachten was, zette me aan het wandelen. Enigszins ontgoocheld kwam ik dan boven aan. Maar de ontgoocheling was snel voorbij als ik me realiseerde dat we al meer dan 225km in de benen hadden. Ik zal deze vermaledijde helling wel eens een andere keer klein krijgen.

Het laatste obstakel was dus genomen, nu nog 17km naar de finish in Oudenaarde. En voor ons lag, in vergelijking met het voorgaande, een paradijselijke weg naar de hemel. Breed, effen en vlak. Als dank voor de morele en fysieke steun van mijn twee kompanen wist ik nog de kracht bijeen te vinden om zelf de kop te trekken. Dan konden zij ook wat 'recupereren'. Pleister op een houten been misschien, maar ze schenen het wel te appreciëren. Uiteindelijk heb ik de allerlaatste kilometers weer in hun wiel gehangen. Eénmaal de finish in het zicht zijn we wel zij aan zij de eindmeet over gereden, aan toch nog meer dan 30km/u en met een warm gevoel van wederzijds respect en dankbaarheid. We hadden het gehaald na 245km trekken, duwen, zweten, zwoegen en werken maar met een onbeschrijfelijke euforie achteraf. Mirco en Kris waren nog ruim op tijd voor hun bus. Ikzelf ben m'n medaille gaan halen. Een douche spoelde het meeste van de vermoeidheid weg. En zo kon ik dan, 'in burger', mijn vrouwtje gaan opzoeken die aan het station geduldig op mij wachtte. Eerst dreigde dat nog mis te gaan, maar dat is een ander verhaal dat hier niets ter zake doet...

Voor herhaling vatbaar? Ja, maar zeker niet voor direct. Voorlopig kan ik geen kasseien meer zien...

dinsdag 1 april 2014

Ronde van Vlaanderen (1)

Wil je me zaterdag volgen in de Ronde van Vlaanderen?
Tik dan mijn nummer 2172 in op deze pagina.

Ik zoek rond 7:00u te starten in Brugge!