Zondag 23 februari 2014!
Mijn 10e marathon en zesde major is een feit. Ik ben nu een Master plus ! En dit met nog 5 andere MMC-clubleden!
Mijn 10e marathon en zesde major is een feit. Ik ben nu een Master plus ! En dit met nog 5 andere MMC-clubleden!
Maar dat gebeurde wel niet zonder slag of stoot. De tijd in Japan ligt 8 uur voor op die van ons. Als je er dus naar toevliegt moet je af rekenen met een behoorlijke jetlag. Het wordt daar nacht op het moment dat je helemaal geen behoefte hebt om te gaan slapen. En de moment dat je wil opstaan val je bij wijze van spreken om van de slaap... Op het eerste gezicht leken we allen de jetlag wel goed verteerd te hebben dankzij een middagdutje van 5 à 6 uur (geholpen door een 'sleepaid'-tabletje) op het vliegtuig. Komt daar nog eens bij dat we er direct in zijn gevlogen en dat de dagelijkse wandelkilometers toch behoorlijk dicht bij een halve marathonafstand aanleunden... Dit hielp om toch 's nachts te kunnen slapen. Maar én de jetlag én deze wandeluitspattingen deden me toch vermoeid aan de start verschijnen!
De start ligt aan het indrukwekkende Metropolitan Govermental Building. Eén van de landmarks van Tokyo, waar we 2 dagen voorheen bovenin konden genieten van het uitzicht op de stad. Met gans in de verte, quasi verborgen achter een mistig gordijn, Mount Fuji.
Een massale stroom van vooral Japanse atleten verliet de metro- en trainstations. Stewards wezen de weg naar de startzone. Deze kon je enkel als atleet betreden en dan nog via een personenscanner. Althans toch in de eerste rij (?). De andere rijen beschikten niet over zo'n apparaat, daar werd enkel gefouilleerd en de bagage 'afgetast'. De gebeurtenissen in Boston vorig jaar kan dit wel rechtvaardigen, maar het geheel komt toch wel zeer hypocriet over...
Wat een mierenhoop. Zenuwachtigheid troef hier! En wat een gigantische organisatie moet hier achter zitten. Meer dan 40.000 deelnemers die allemaal hun bagage afgeven, naar het toilet gaan, zich omkleden, opwarmen en noem maar op. Ontelbare vrijwilligers nemen de bagage met de grootste glimlach aan, we zouden ze aan de aankomst terug kunnen afhalen.
Het was trouwens niet zo evident om het juiste startvak te vinden. Daarvoor moest je enkele trappen omhoog. Uiteindelijk heb ik startvak D gevonden en bevond ik me tussen een hoop Japanners die me meteen een déjà-vu gevoel gaven van de start van de marathon van Honolulu. Maar hier waren toch wel zeer weinig Westerse deelnemers te bespeuren. Ik stond naast een Deen die ook aan zijn 6e Major zou starten. Terwijl een fotograaf in het Japans de menigte toesprak hadden we geen flauw benul waarover die het had. We hebben dan maar de massa gevolgd en de wave mee uitgevoerd... Tot ieders voldoening blijkbaar. Bij zo'n frisse ochtend kon wat beweging geen kwaad. Ik stond daar met een vuilniszak over mee heen getrokken en dat was voor menig Japanner een ongebruikelijk zicht.
Nu goed, uiteindelijk klonk het startschot en was het na een tijdje ook aan ons om te vertrekken. Ik zwierde de vuilniszak met m'n leeg drankflesje aan de kant en zette me langzaam in beweging. Dat voelde echter niet zo geweldig aan. M'n spieren waren al vermoeid nog voor ik de eerste meters had gelopen. Als dat maar goed komt.
De eerste kilometers waren bergaf maar ik had me voorgenomen om me toch niet te laten verleiden tot een snelle start. Ik zou me van het begin al sparen, want ik voelde dat het nodig ging zijn. De talrijke toeschouwers maakten het anderzijds ook niet gemakkelijk om je te beheersen. Ze stonden er van het begin tot het einde! Heerlijk! De eerste 10 kilometers tot aan het Keizerlijk Paleis en het begin van een eerste lus (naar Shinagawa crossing) waren eigenlijk zo voorbij. Ik liep er net iets meer dan 52 minuten over. Toen wist ik al dat een nieuwe persoonlijke besttijd niet meer mogelijk was.
Daarvoor zou ik nog een serieus tandje moeten bij steken en dat zou me zeker niet gelukt zijn. Dan maar genieten van het spektakel, de toeschouwers en de eerste lopers die aan de andere kant van de straat ons tegemoet liepen. Toch altijd een lust voor het oog om die zwarte jongens voorbij te zien flitsen. Aan kilometer 12 zouden we voor de eerste maal onze eigen supporters tegenkomen. En ja, trouw trotseerden ze de ochtendkoelte. Geert en Eva, echtgenoot en de 4 kinderen van Lieve, en de vrouw van Ed, onze nestor van de MMC-delegatie die ook een ticketje voor deze marathon kon bemachtigen. Gewapend met de Belgisch driekleuren waren ze van verre al herkenbaar. De ontmoeting was gewoonweg hartverwarmend. Onze supporters dienden enkel nog de straat over te steken en dan zouden we ze al opnieuw begroeten rond kilometer 22. Vanaf dan liepen we een tweede lus naar de oude tempel van Asakusa en zou het nog even duren voor we onze olijke supporters opnieuw zouden te zien krijgen.
Maar net voor Asakusa (rond kilometer 25) begon mijn rechterkuit signalen te geven dat het er stilletjes aan de brui aan wilde geven. Ik werd noodgedwongen verplicht om wat vaart te minderen. Ik wist dat me dit zou overkomen en had daarom andere compressiekousen gekocht op de Marathon beurs (waar ik dan ook nog eens een prijs won in een tombola). Die kousen schenen de zaak wel onder controle te houden.
Het was even lang uitkijken naar de bekende gezichten van onze supporters, maar aan kilometer 35 mochten we ze dan toch weer omhelzen. Daar kon ik niet anders dan melden dat ik het behoorlijk moeilijk kreeg. En dat het wel eens pijnlijk zou kunnen aflopen. Maar mijn kuit hield stand en zo liep ik dan het nieuwe (opgespoten) deel van Tokyo in waar we nog enkele bruggen onder de voeten kregen te verwerken om dan bij kilometer 42 een boog onder door te lopen met de melding 'Last 195 meter'.
Ik die dacht dat het leed geleden was kreeg net onder die boog een geweldige pijnscheut in mijn kuit. Hoewel ik dat nog nooit gehad heb, leek het wel op een spierscheur als ik de ervaringen van anderen mag geloven. Even dacht ik dat het licht hier uit ging. Dat ik, honderd vijfennegentig meter voor de finish, moest opgeven. Maar door de loopstijl (zeg maar wandelstijl) aan te passen kon ik me toch weer in beweging zetten en met een laatste adrenalineshot lukte het me zelfs om lachend en met de armen omhoog de eindmeet over te lopen. Zelfs mijn brutotijd was nog onder de vier uur. Een betere finishfoto had ik niet durven dromen. Ik liep mijn beste voorjaarsmarathon ooit in een netto tijd van 3u55'54". Alle vorige waren meer dan 4 uur.
Ik mankte mooi verder voorbij een hele reeks bevoorradingsstanden waar ik me te goed kon doen aan drank, koolhydraten, fruit en nog veel meer. Werkelijk indrukwekkende aankomst hier!! Natuurlijk kon de medaille ook niet ontbreken en die heb ik me deze keer om de nek laten hangen. Dan was het nog een eindje wandelen om (binnen in een gigantische hall) je bagage af te halen. Vervolgens werd je naar een andere hall geleid waar je je dan kon omkleden. En dan kon je min of meer opgelapt naar de family-reunion-area gaan waar je supporters en de andere lopers je stonden op te wachten. Ja, ja, het wederzien was geweldig ontroerend. Geert en Eva waren toch naar hier afgezakt omdat ze wisten dat ik zou afzien en hun aanwezigheid de pijn wel zou verzachten. Lief hé!
Niemand kon kennelijk zijn besttijd verbeteren, integendeel velen hadden echt wel afgezien. Lieve hield echter stand en kon rekenen op haar regelmaat. Yvon, die weken ervoor last had van een ernstige scheenbeenbelessure, liep hier zowaar de snelste tijd van het gezelschap.
Nadat de laatste van het groepje was toegekomen, wandelden we (ik strompelde) naar de monorail om terug naar het hotel te keren. Een warm bad en enkele aspirines konden me weer verkwikken hetgeen ook nodig was omdat het even zoeken was naar het restaurant voor het avondfeest waar we Wilfied S en Marie-Rose ook hadden op uitgenodigd. Met een schitterend zicht op de stad en enkele typisch Japanse gerechten sloten we deze bewogen dag met waardigheid af.
Na de marathon van Reims ervoer ik 's anderendaags nauwelijks enige spierpijn. Ik begin het een beetje 'gewoon' te worden. Hier had ik eigenlijk ook op hetzelfde gerekend, ware het niet dat die kuitblessure wel serieus roet in het eten gooide. Nochtans verhinderde het mij niet om de geplande stadswandeling alsnog mee te doen, met een aangepaste wandelpas weliswaar (zeg maar mankend). Naar de avond toe lukte het me al weer om 'normaal' te wandelen want het aantrekken van de rechterkuitspier begon beduidend minder pijn te doen. 2 dagen later is de pijn zelfs verdwenen...
Een spierscheur kon dit dus niet geweest zijn...
De start ligt aan het indrukwekkende Metropolitan Govermental Building. Eén van de landmarks van Tokyo, waar we 2 dagen voorheen bovenin konden genieten van het uitzicht op de stad. Met gans in de verte, quasi verborgen achter een mistig gordijn, Mount Fuji.
Een massale stroom van vooral Japanse atleten verliet de metro- en trainstations. Stewards wezen de weg naar de startzone. Deze kon je enkel als atleet betreden en dan nog via een personenscanner. Althans toch in de eerste rij (?). De andere rijen beschikten niet over zo'n apparaat, daar werd enkel gefouilleerd en de bagage 'afgetast'. De gebeurtenissen in Boston vorig jaar kan dit wel rechtvaardigen, maar het geheel komt toch wel zeer hypocriet over...
Wat een mierenhoop. Zenuwachtigheid troef hier! En wat een gigantische organisatie moet hier achter zitten. Meer dan 40.000 deelnemers die allemaal hun bagage afgeven, naar het toilet gaan, zich omkleden, opwarmen en noem maar op. Ontelbare vrijwilligers nemen de bagage met de grootste glimlach aan, we zouden ze aan de aankomst terug kunnen afhalen.
Het was trouwens niet zo evident om het juiste startvak te vinden. Daarvoor moest je enkele trappen omhoog. Uiteindelijk heb ik startvak D gevonden en bevond ik me tussen een hoop Japanners die me meteen een déjà-vu gevoel gaven van de start van de marathon van Honolulu. Maar hier waren toch wel zeer weinig Westerse deelnemers te bespeuren. Ik stond naast een Deen die ook aan zijn 6e Major zou starten. Terwijl een fotograaf in het Japans de menigte toesprak hadden we geen flauw benul waarover die het had. We hebben dan maar de massa gevolgd en de wave mee uitgevoerd... Tot ieders voldoening blijkbaar. Bij zo'n frisse ochtend kon wat beweging geen kwaad. Ik stond daar met een vuilniszak over mee heen getrokken en dat was voor menig Japanner een ongebruikelijk zicht.
Nu goed, uiteindelijk klonk het startschot en was het na een tijdje ook aan ons om te vertrekken. Ik zwierde de vuilniszak met m'n leeg drankflesje aan de kant en zette me langzaam in beweging. Dat voelde echter niet zo geweldig aan. M'n spieren waren al vermoeid nog voor ik de eerste meters had gelopen. Als dat maar goed komt.
De eerste kilometers waren bergaf maar ik had me voorgenomen om me toch niet te laten verleiden tot een snelle start. Ik zou me van het begin al sparen, want ik voelde dat het nodig ging zijn. De talrijke toeschouwers maakten het anderzijds ook niet gemakkelijk om je te beheersen. Ze stonden er van het begin tot het einde! Heerlijk! De eerste 10 kilometers tot aan het Keizerlijk Paleis en het begin van een eerste lus (naar Shinagawa crossing) waren eigenlijk zo voorbij. Ik liep er net iets meer dan 52 minuten over. Toen wist ik al dat een nieuwe persoonlijke besttijd niet meer mogelijk was.
Daarvoor zou ik nog een serieus tandje moeten bij steken en dat zou me zeker niet gelukt zijn. Dan maar genieten van het spektakel, de toeschouwers en de eerste lopers die aan de andere kant van de straat ons tegemoet liepen. Toch altijd een lust voor het oog om die zwarte jongens voorbij te zien flitsen. Aan kilometer 12 zouden we voor de eerste maal onze eigen supporters tegenkomen. En ja, trouw trotseerden ze de ochtendkoelte. Geert en Eva, echtgenoot en de 4 kinderen van Lieve, en de vrouw van Ed, onze nestor van de MMC-delegatie die ook een ticketje voor deze marathon kon bemachtigen. Gewapend met de Belgisch driekleuren waren ze van verre al herkenbaar. De ontmoeting was gewoonweg hartverwarmend. Onze supporters dienden enkel nog de straat over te steken en dan zouden we ze al opnieuw begroeten rond kilometer 22. Vanaf dan liepen we een tweede lus naar de oude tempel van Asakusa en zou het nog even duren voor we onze olijke supporters opnieuw zouden te zien krijgen.
Maar net voor Asakusa (rond kilometer 25) begon mijn rechterkuit signalen te geven dat het er stilletjes aan de brui aan wilde geven. Ik werd noodgedwongen verplicht om wat vaart te minderen. Ik wist dat me dit zou overkomen en had daarom andere compressiekousen gekocht op de Marathon beurs (waar ik dan ook nog eens een prijs won in een tombola). Die kousen schenen de zaak wel onder controle te houden.
Het was even lang uitkijken naar de bekende gezichten van onze supporters, maar aan kilometer 35 mochten we ze dan toch weer omhelzen. Daar kon ik niet anders dan melden dat ik het behoorlijk moeilijk kreeg. En dat het wel eens pijnlijk zou kunnen aflopen. Maar mijn kuit hield stand en zo liep ik dan het nieuwe (opgespoten) deel van Tokyo in waar we nog enkele bruggen onder de voeten kregen te verwerken om dan bij kilometer 42 een boog onder door te lopen met de melding 'Last 195 meter'.
Ik die dacht dat het leed geleden was kreeg net onder die boog een geweldige pijnscheut in mijn kuit. Hoewel ik dat nog nooit gehad heb, leek het wel op een spierscheur als ik de ervaringen van anderen mag geloven. Even dacht ik dat het licht hier uit ging. Dat ik, honderd vijfennegentig meter voor de finish, moest opgeven. Maar door de loopstijl (zeg maar wandelstijl) aan te passen kon ik me toch weer in beweging zetten en met een laatste adrenalineshot lukte het me zelfs om lachend en met de armen omhoog de eindmeet over te lopen. Zelfs mijn brutotijd was nog onder de vier uur. Een betere finishfoto had ik niet durven dromen. Ik liep mijn beste voorjaarsmarathon ooit in een netto tijd van 3u55'54". Alle vorige waren meer dan 4 uur.
Ik mankte mooi verder voorbij een hele reeks bevoorradingsstanden waar ik me te goed kon doen aan drank, koolhydraten, fruit en nog veel meer. Werkelijk indrukwekkende aankomst hier!! Natuurlijk kon de medaille ook niet ontbreken en die heb ik me deze keer om de nek laten hangen. Dan was het nog een eindje wandelen om (binnen in een gigantische hall) je bagage af te halen. Vervolgens werd je naar een andere hall geleid waar je je dan kon omkleden. En dan kon je min of meer opgelapt naar de family-reunion-area gaan waar je supporters en de andere lopers je stonden op te wachten. Ja, ja, het wederzien was geweldig ontroerend. Geert en Eva waren toch naar hier afgezakt omdat ze wisten dat ik zou afzien en hun aanwezigheid de pijn wel zou verzachten. Lief hé!
Niemand kon kennelijk zijn besttijd verbeteren, integendeel velen hadden echt wel afgezien. Lieve hield echter stand en kon rekenen op haar regelmaat. Yvon, die weken ervoor last had van een ernstige scheenbeenbelessure, liep hier zowaar de snelste tijd van het gezelschap.
Nadat de laatste van het groepje was toegekomen, wandelden we (ik strompelde) naar de monorail om terug naar het hotel te keren. Een warm bad en enkele aspirines konden me weer verkwikken hetgeen ook nodig was omdat het even zoeken was naar het restaurant voor het avondfeest waar we Wilfied S en Marie-Rose ook hadden op uitgenodigd. Met een schitterend zicht op de stad en enkele typisch Japanse gerechten sloten we deze bewogen dag met waardigheid af.
Na de marathon van Reims ervoer ik 's anderendaags nauwelijks enige spierpijn. Ik begin het een beetje 'gewoon' te worden. Hier had ik eigenlijk ook op hetzelfde gerekend, ware het niet dat die kuitblessure wel serieus roet in het eten gooide. Nochtans verhinderde het mij niet om de geplande stadswandeling alsnog mee te doen, met een aangepaste wandelpas weliswaar (zeg maar mankend). Naar de avond toe lukte het me al weer om 'normaal' te wandelen want het aantrekken van de rechterkuitspier begon beduidend minder pijn te doen. 2 dagen later is de pijn zelfs verdwenen...
Een spierscheur kon dit dus niet geweest zijn...
Well done Bert!
BeantwoordenVerwijderenEn nu aftellen naar de full distance IronMan
Succes!