Om 2:45u (jawel!) moest ik er al uit. Zo had ik nog drie kwartiers om me klaar te maken en te ontbijten alvorens de bus op te stappen richting Sierre.
De wonden op m'n knie leken gestabiliseerd.
Drie dagen eerder kwam ik zeer pijnlijk ten val tijdens een verkenningsloopje tussen Tignousa en Hotel Weisshorn. Ofschoon ik m'n handen nog net voor me uit kon plaatsen kon ik niet beletten dat m'n bril me in het aangezicht werd gedrukt. Uit een kleine snijwonde stroomde het bloed over m'n aangezicht. De palm van m'n linkerhand was flink gekneusd. En terwijl ik door de medelopers werd recht geholpen zag ik het bloed weg gutsen uit een diepe snijwonde op m'n rechterknie.
Ik kon niet beter gemikt hebben. Ik viel op drie uitstekende stenen tegelijk, één ter hoogte van m'n knie, één ter hoogte van m'n borstkas en één ter hoogte van m'n aangezicht. Iemand zei me dat ik meteen verder moest lopen omdat ik anders zou verstijven. Nog voor ik goed besefte wat me was overkomen liep ik dus verder. Toen voelde ik dat het ademen bemoeilijkt werd door een pijn links in de borstkas. Wellicht een gekneusde rib. Maar al bij al ging het mij nog goed af. Onderweg heb ik de kniewonde uitgespoeld met het water van een bergstroompje daarbij de rest van m'n onderbeen fatsoenerende en niet wetende dat het bloed m'n aangezicht ook al flink besmeurd had. Vandaar dat de wandelaars zo raar opkeken. Pas toen ik weer in Tignousa aankwam realiseerde ik me de omvang van de val. In de toiletten van het bovenstation van het funiculair heb ik de wonden deftig kunnen uitspoelen en kon de eerste hulp worden toegepast. De kniewonde moest genaaid worden, zo veel was zeker. Daarvoor was een afspraak met een arts uit Vissoie noodzakelijk. Maar die was niet meteen beschikbaar zodat ik me nog kon gaan verfrissen in ons hotel te Zinal. De afspraak bij de arts verliep ook wat chaotisch, ik zat aanvankelijk blijkbaar bij de verkeerde, maar uiteindelijk verliep de ingreep feilloos en de arts verzekerde me dat de wonde de wedstrijd wel zou doorstaan. De eerst komende dagen dienden de wonden wel regelmatig ontsmet te worden om ontstekingen uit te sluiten.
Ditmaal was ik dus letterlijk kapot van een loopje in de bergen. Nochtans was ik kort daarvoor al verwittigd door de val van Veerle, die echter meer geluk had. Het heeft me wel een belangrijke les bijgebracht: loop niet te dicht achter je voorganger zodat je goed kan zien waar je voeten te plaatsen.
Zowel tijdens het ontbijt als in de bus was de sfeer hartelijk. Iedereen van de MMC had al aardig wat marathonervaring, 31km lijkt dus 'kinderspel', maar dat is dan buiten die hoogtemeters en de smalle, oneffen paadjes gerekend. We beseften allen dat het wel eens merkelijk langer dan onze gemiddelde marathontijd zou duren. De week ervoor had ik als training de 2e editie van de Terra Aqua Cielo Wild Trail in Noord-Italië gelopen en heb daarvan onthouden dat het afdalen zo mogelijk nog moeilijker is dan het stijgen. In Italië moesten we afdalen wat we stegen, hier in Zwitserland zou dit echter beperkt blijven tot een afdaling in de laatste 3 à 4 kilometer want de aankomst in Zinal ligt ruim 1000m hoger dan de start in Sierre. In Italië deed ik er bijna 6 uur over, nu moest een tijd rond de 5u30' wel haalbaar zijn voor een vergelijkbare afstand. Ik had me echter voorgenomen om de tijd te nemen voor wat foto's. Tenslotte had ik me toch ingeschreven in de categorie van de 'toeristen'...
De busrit dropte ons na zo'n 45 minuten af nabij de start. Veel volk. De temperatuur was fris maar net dragelijk. We hadden nog eens 45 minuten de tijd om ons voor te bereiden. Ik had m'n zak al afgegeven toen ik besefte dat m'n 'startdrank' er nog in zat. Ik mocht de vrachtwagen opklimmen om tussen alle andere zakken te graven naar de mijne...
Aan de start voelde je duidelijk dat ook de andere 'toeristen' zenuwachtig waren. Het was nog steeds donker en we konden ons wat afleiden door het observeren van de vallende sterren. Die nacht zou de doortocht van de Perseïden door onze dampkring plaatsvinden en dat wilden we toch wel gezien hebben.
Voor we't wisten was het al 5u. Een bescheiden schot (wellicht om niet geheel Sierre wakker te maken) gaf de start aan. Zo'n 2.500 lopers zochten hun weg naar boven. Ons werd verteld om zo lang mogelijk de asfaltbaan te nemen en af te zien van de trappen juist na de start. Maar ook op die weg werd het stilaan aanschuiven als we de smallere zandweg opdraaiden. Het werd nog erger naarmate deze weg een pad werd. Zo stonden we dus regelmatig enkele minuten in de file in het licht van de talrijke hoofdlampjes. Ik heb het mijne zelfs niet moeten gebruiken. Traag maar zeker wandelden we hogerop. Van lopen was er nu zeker geen sprake. De vele files maakten dat we veelvuldig konden recupereren. Misschien zelfs van het goeie te veel zodat ik besloot om de eerste bevoorradingen zo snel mogelijk te passeren. En het was te donker om foto's te kunnen trekken. Veel tijd verloren dus. Aan de 1e bevoorrading (Beauregard) kwamen de twee wegen weer te samen en zodoende was er nog meer volk dat omhoog moest. Stilaan begon het te schemeren. De bergtoppen waren toch al mooi opgelicht. En in de files kon ik dan toch de eerste foto's nemen. En ja, het pad was al minder steil geworden en lopen was nu wel mogelijk. We waren toen toch al meer dan 1.000m gestegen. Ondanks het gevorderde uur was het, gezien de hoogte, toch nog zeer fris! De 2e bevoorrading bij Ponchette kon je bij wijze van spreken al lopende passeren. Zeker nu het voldoende licht was geworden. De bevoorraders waren best wel grappig en ik hield toch halt voor een gelleke doorspoelende met het aangereikte water. Vanaf dan heb ik bijna het ganse stuk naar de 3e bevoorrading in Chandolin kunnen lopen. Net voor Chandolin gaat het plots weer bergaf waarmee dit traject merkelijk sneller afgelegd kon worden. Chandolin is een dorpje en de eerste toeschouwers waren dan ook al present. Er hing daar al een echte kermissfeer. Het was ook daar dat ik Anne-Marie voorbij stak.
We zouden elkaar nog vaker ontmoeten, omdat ik nu meer halt hield voor een foto hetgeen haar de kans gaf om me weer in te halen. Het pad naar Tignousa, de 4e bevoorrading, verliep, op enkele hellingen na, nagenoeg horizontaal, zodat ik er verrassend genoeg sneller was dan ik had gehoopt. Daar zouden onze supporters staan en dat is altijd een moment om naar uit te kijken.
Hartelijke begroeting! En wat een ambiance. Veel volk is hier naar boven gekomen. We waren hier iets meer dan halfweg en de zwaarste beklimmingen hadden we gehad. Ik stond lichtjes voor op m'n schema en voelde me nog vrij sterk. Maar ik vreesde dat de afdaling op het einde van de wedstrijd wel eens roet in het eten kon gooien, m'n ervaring met de trail van de week ervoor in Italië ééndachtig. Maar nu was het even uitblazen. De pleister over m'n kniewonde werd door mijn 'lijfarts' deskundig vervangen onder het luide geschal van een reeks alpenhoorns.
Heerlijk toch. Uiteindelijk moest ik natuurlijk de tocht verder zetten en ik dus op weg naar Hotel Weisshorn, over het traject dat we drie dagen eerder verkend hadden. Die verkenning kwam nu goed van pas om te weten waar ik het wandelen moest inzetten en dat was na het oversteken van een bergstroompje net voor de beklimming van de flank naar het hotel. het was ook hier dat ik ergens gevallen was, dus dubbel uit m'n doppen kijken ditmaal. De beklimming ging beduidend moeizamer dan tijdens de verkenningsloop. Hotel Weisshorn ligt nagenoeg op het hoogste punt van de wedstrijd. Daar werd ook een eerste tussentijd opgenomen. Ik zat nog altijd mooi voor op m'n schema. Het uitzicht hier is echt wel adembenemend. Dit hotel had geen betere plek kunnen kiezen. Je ziet het vanuit het dal ook als een bijna onbereikbare vestiging. Echt wel indrukwekkend. Van hieruit ging het pad op en neer naar de volgende bevoorrading. Die lag beduidend verder dan de andere van de vorige. Het op en neer lopen begon z'n tol te eisen, ik raakte vermoeid. Het werd tijd voor een 'turbo-gelleke', maar daarvoor moest ik water hebben en de bevoorrading bleef maar op zich wachten. Maar dit nam niet weg dat ik toch nog wat kiekjes heb genomen. Het uitzicht vroeg er gewoon om.
En toegegeven, af en toe stoppen voor een foto bood me meteen de gelegenheid om een beetje te recupereren. De stilte werd daarbij regelmatig verstoord door een loper die zwaar hijgend voorbij liep. Lange tijd liep ik achter een deerne die haar nummer op de rug had gespeld. 6812. Maar plots was ik haar uit het oog verloren. Benieuwd of ze al voor of nog achter mij was. Uiteindelijk bereikte ik dan toch de laatste bevoorrading. Hier was het duidelijk dat het gedaan was met het op en neer lopen, hier zou de afdaling finaal ingezet worden. Eerst nog subtiel, later verdomd steil.
Net voor de ultieme afdaling trok ik nog een laatste foto alsof het misschien wel de laatste ooit zou worden. En wat ik vreesde werd werkelijkheid. Ik kon geen snelheid nemen bij het afdalen en verspeelde veel tijd door me steeds weer af te laten remmen wat dan weer de gewrichten en zeker de spieren niet zo leuk vonden. De dag ervoor was ik de laatste kilometer van het parcours ook gaan verkennen en ik keek er ongeduldig naar uit, want vanaf dan ging het beduidend minder steil worden en kon ik min of meer normaal gaan lopen. Het toenemende aantal toeschouwers verraadde de nabijheid van de finish en ik liep het verkende stuk met vertrouwen tegemoet. Na het tunneltje was het nog 200m onverhard en dan 500m asfalt tot aan de finish. Het 'turbo-gelleke' miste zijn uitwerking niet en het zette een flinke versnelling in.
M'n trouwe fans stonden me al op te wachten. Naar gewoonte stak ik de aankomstlijn over met opgeheven armen. Ik had het gehaald net in m'n vooropgestelde tijd met slechts 17" overschot. Uiteraard zeer tevreden en voldaan. 5 minuten later finishte ook Anne-Marie. Zo konden we samen op de foto!
Een rijkelijk gevulde tafel maakte het gemakkelijk om snel te recupereren. Ik wachtte nog de aankomst van de zusjes Van S. en Ralf Z. af en ben me dan gaan douchen en omkleden. Ons hotel lag op een steenworp van de aankomst. Daarna liet ik me toch verleiden door een frisse pint en wachtte geduldig het binnenlopen van de andere MMC-leden af. De 2e shift, die van de 'coureurs', was ondertussen ook al gestart.
Al bij al een zeer interessante en fantastische ervaring. MMC plant dit nu om de twee jaar te doen en ik zal er volgende keer weer bij zijn. Nu ik het parcours ken, kan ik misschien m'n krachten beter doseren en wellicht ook vermijden dat ik teveel tijd verlies in de files aan het begin van het parcours.
PS: De vijf 4.000 zijn: Weisshorn (4.512m), Zinalrothorn (4.221m), Ober Gabelhorn (4.070m), Matterhorn (Le Cervin) (4.505m) en Dent Blanche (4.356m).
Drie dagen eerder kwam ik zeer pijnlijk ten val tijdens een verkenningsloopje tussen Tignousa en Hotel Weisshorn. Ofschoon ik m'n handen nog net voor me uit kon plaatsen kon ik niet beletten dat m'n bril me in het aangezicht werd gedrukt. Uit een kleine snijwonde stroomde het bloed over m'n aangezicht. De palm van m'n linkerhand was flink gekneusd. En terwijl ik door de medelopers werd recht geholpen zag ik het bloed weg gutsen uit een diepe snijwonde op m'n rechterknie.
Ik kon niet beter gemikt hebben. Ik viel op drie uitstekende stenen tegelijk, één ter hoogte van m'n knie, één ter hoogte van m'n borstkas en één ter hoogte van m'n aangezicht. Iemand zei me dat ik meteen verder moest lopen omdat ik anders zou verstijven. Nog voor ik goed besefte wat me was overkomen liep ik dus verder. Toen voelde ik dat het ademen bemoeilijkt werd door een pijn links in de borstkas. Wellicht een gekneusde rib. Maar al bij al ging het mij nog goed af. Onderweg heb ik de kniewonde uitgespoeld met het water van een bergstroompje daarbij de rest van m'n onderbeen fatsoenerende en niet wetende dat het bloed m'n aangezicht ook al flink besmeurd had. Vandaar dat de wandelaars zo raar opkeken. Pas toen ik weer in Tignousa aankwam realiseerde ik me de omvang van de val. In de toiletten van het bovenstation van het funiculair heb ik de wonden deftig kunnen uitspoelen en kon de eerste hulp worden toegepast. De kniewonde moest genaaid worden, zo veel was zeker. Daarvoor was een afspraak met een arts uit Vissoie noodzakelijk. Maar die was niet meteen beschikbaar zodat ik me nog kon gaan verfrissen in ons hotel te Zinal. De afspraak bij de arts verliep ook wat chaotisch, ik zat aanvankelijk blijkbaar bij de verkeerde, maar uiteindelijk verliep de ingreep feilloos en de arts verzekerde me dat de wonde de wedstrijd wel zou doorstaan. De eerst komende dagen dienden de wonden wel regelmatig ontsmet te worden om ontstekingen uit te sluiten.
Ditmaal was ik dus letterlijk kapot van een loopje in de bergen. Nochtans was ik kort daarvoor al verwittigd door de val van Veerle, die echter meer geluk had. Het heeft me wel een belangrijke les bijgebracht: loop niet te dicht achter je voorganger zodat je goed kan zien waar je voeten te plaatsen.
Zowel tijdens het ontbijt als in de bus was de sfeer hartelijk. Iedereen van de MMC had al aardig wat marathonervaring, 31km lijkt dus 'kinderspel', maar dat is dan buiten die hoogtemeters en de smalle, oneffen paadjes gerekend. We beseften allen dat het wel eens merkelijk langer dan onze gemiddelde marathontijd zou duren. De week ervoor had ik als training de 2e editie van de Terra Aqua Cielo Wild Trail in Noord-Italië gelopen en heb daarvan onthouden dat het afdalen zo mogelijk nog moeilijker is dan het stijgen. In Italië moesten we afdalen wat we stegen, hier in Zwitserland zou dit echter beperkt blijven tot een afdaling in de laatste 3 à 4 kilometer want de aankomst in Zinal ligt ruim 1000m hoger dan de start in Sierre. In Italië deed ik er bijna 6 uur over, nu moest een tijd rond de 5u30' wel haalbaar zijn voor een vergelijkbare afstand. Ik had me echter voorgenomen om de tijd te nemen voor wat foto's. Tenslotte had ik me toch ingeschreven in de categorie van de 'toeristen'...
De busrit dropte ons na zo'n 45 minuten af nabij de start. Veel volk. De temperatuur was fris maar net dragelijk. We hadden nog eens 45 minuten de tijd om ons voor te bereiden. Ik had m'n zak al afgegeven toen ik besefte dat m'n 'startdrank' er nog in zat. Ik mocht de vrachtwagen opklimmen om tussen alle andere zakken te graven naar de mijne...
Aan de start voelde je duidelijk dat ook de andere 'toeristen' zenuwachtig waren. Het was nog steeds donker en we konden ons wat afleiden door het observeren van de vallende sterren. Die nacht zou de doortocht van de Perseïden door onze dampkring plaatsvinden en dat wilden we toch wel gezien hebben.
Voor we't wisten was het al 5u. Een bescheiden schot (wellicht om niet geheel Sierre wakker te maken) gaf de start aan. Zo'n 2.500 lopers zochten hun weg naar boven. Ons werd verteld om zo lang mogelijk de asfaltbaan te nemen en af te zien van de trappen juist na de start. Maar ook op die weg werd het stilaan aanschuiven als we de smallere zandweg opdraaiden. Het werd nog erger naarmate deze weg een pad werd. Zo stonden we dus regelmatig enkele minuten in de file in het licht van de talrijke hoofdlampjes. Ik heb het mijne zelfs niet moeten gebruiken. Traag maar zeker wandelden we hogerop. Van lopen was er nu zeker geen sprake. De vele files maakten dat we veelvuldig konden recupereren. Misschien zelfs van het goeie te veel zodat ik besloot om de eerste bevoorradingen zo snel mogelijk te passeren. En het was te donker om foto's te kunnen trekken. Veel tijd verloren dus. Aan de 1e bevoorrading (Beauregard) kwamen de twee wegen weer te samen en zodoende was er nog meer volk dat omhoog moest. Stilaan begon het te schemeren. De bergtoppen waren toch al mooi opgelicht. En in de files kon ik dan toch de eerste foto's nemen. En ja, het pad was al minder steil geworden en lopen was nu wel mogelijk. We waren toen toch al meer dan 1.000m gestegen. Ondanks het gevorderde uur was het, gezien de hoogte, toch nog zeer fris! De 2e bevoorrading bij Ponchette kon je bij wijze van spreken al lopende passeren. Zeker nu het voldoende licht was geworden. De bevoorraders waren best wel grappig en ik hield toch halt voor een gelleke doorspoelende met het aangereikte water. Vanaf dan heb ik bijna het ganse stuk naar de 3e bevoorrading in Chandolin kunnen lopen. Net voor Chandolin gaat het plots weer bergaf waarmee dit traject merkelijk sneller afgelegd kon worden. Chandolin is een dorpje en de eerste toeschouwers waren dan ook al present. Er hing daar al een echte kermissfeer. Het was ook daar dat ik Anne-Marie voorbij stak.
We zouden elkaar nog vaker ontmoeten, omdat ik nu meer halt hield voor een foto hetgeen haar de kans gaf om me weer in te halen. Het pad naar Tignousa, de 4e bevoorrading, verliep, op enkele hellingen na, nagenoeg horizontaal, zodat ik er verrassend genoeg sneller was dan ik had gehoopt. Daar zouden onze supporters staan en dat is altijd een moment om naar uit te kijken.
Hartelijke begroeting! En wat een ambiance. Veel volk is hier naar boven gekomen. We waren hier iets meer dan halfweg en de zwaarste beklimmingen hadden we gehad. Ik stond lichtjes voor op m'n schema en voelde me nog vrij sterk. Maar ik vreesde dat de afdaling op het einde van de wedstrijd wel eens roet in het eten kon gooien, m'n ervaring met de trail van de week ervoor in Italië ééndachtig. Maar nu was het even uitblazen. De pleister over m'n kniewonde werd door mijn 'lijfarts' deskundig vervangen onder het luide geschal van een reeks alpenhoorns.
Heerlijk toch. Uiteindelijk moest ik natuurlijk de tocht verder zetten en ik dus op weg naar Hotel Weisshorn, over het traject dat we drie dagen eerder verkend hadden. Die verkenning kwam nu goed van pas om te weten waar ik het wandelen moest inzetten en dat was na het oversteken van een bergstroompje net voor de beklimming van de flank naar het hotel. het was ook hier dat ik ergens gevallen was, dus dubbel uit m'n doppen kijken ditmaal. De beklimming ging beduidend moeizamer dan tijdens de verkenningsloop. Hotel Weisshorn ligt nagenoeg op het hoogste punt van de wedstrijd. Daar werd ook een eerste tussentijd opgenomen. Ik zat nog altijd mooi voor op m'n schema. Het uitzicht hier is echt wel adembenemend. Dit hotel had geen betere plek kunnen kiezen. Je ziet het vanuit het dal ook als een bijna onbereikbare vestiging. Echt wel indrukwekkend. Van hieruit ging het pad op en neer naar de volgende bevoorrading. Die lag beduidend verder dan de andere van de vorige. Het op en neer lopen begon z'n tol te eisen, ik raakte vermoeid. Het werd tijd voor een 'turbo-gelleke', maar daarvoor moest ik water hebben en de bevoorrading bleef maar op zich wachten. Maar dit nam niet weg dat ik toch nog wat kiekjes heb genomen. Het uitzicht vroeg er gewoon om.
En toegegeven, af en toe stoppen voor een foto bood me meteen de gelegenheid om een beetje te recupereren. De stilte werd daarbij regelmatig verstoord door een loper die zwaar hijgend voorbij liep. Lange tijd liep ik achter een deerne die haar nummer op de rug had gespeld. 6812. Maar plots was ik haar uit het oog verloren. Benieuwd of ze al voor of nog achter mij was. Uiteindelijk bereikte ik dan toch de laatste bevoorrading. Hier was het duidelijk dat het gedaan was met het op en neer lopen, hier zou de afdaling finaal ingezet worden. Eerst nog subtiel, later verdomd steil.
Net voor de ultieme afdaling trok ik nog een laatste foto alsof het misschien wel de laatste ooit zou worden. En wat ik vreesde werd werkelijkheid. Ik kon geen snelheid nemen bij het afdalen en verspeelde veel tijd door me steeds weer af te laten remmen wat dan weer de gewrichten en zeker de spieren niet zo leuk vonden. De dag ervoor was ik de laatste kilometer van het parcours ook gaan verkennen en ik keek er ongeduldig naar uit, want vanaf dan ging het beduidend minder steil worden en kon ik min of meer normaal gaan lopen. Het toenemende aantal toeschouwers verraadde de nabijheid van de finish en ik liep het verkende stuk met vertrouwen tegemoet. Na het tunneltje was het nog 200m onverhard en dan 500m asfalt tot aan de finish. Het 'turbo-gelleke' miste zijn uitwerking niet en het zette een flinke versnelling in.
M'n trouwe fans stonden me al op te wachten. Naar gewoonte stak ik de aankomstlijn over met opgeheven armen. Ik had het gehaald net in m'n vooropgestelde tijd met slechts 17" overschot. Uiteraard zeer tevreden en voldaan. 5 minuten later finishte ook Anne-Marie. Zo konden we samen op de foto!
Een rijkelijk gevulde tafel maakte het gemakkelijk om snel te recupereren. Ik wachtte nog de aankomst van de zusjes Van S. en Ralf Z. af en ben me dan gaan douchen en omkleden. Ons hotel lag op een steenworp van de aankomst. Daarna liet ik me toch verleiden door een frisse pint en wachtte geduldig het binnenlopen van de andere MMC-leden af. De 2e shift, die van de 'coureurs', was ondertussen ook al gestart.
Al bij al een zeer interessante en fantastische ervaring. MMC plant dit nu om de twee jaar te doen en ik zal er volgende keer weer bij zijn. Nu ik het parcours ken, kan ik misschien m'n krachten beter doseren en wellicht ook vermijden dat ik teveel tijd verlies in de files aan het begin van het parcours.
PS: De vijf 4.000 zijn: Weisshorn (4.512m), Zinalrothorn (4.221m), Ober Gabelhorn (4.070m), Matterhorn (Le Cervin) (4.505m) en Dent Blanche (4.356m).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten